In dit artikel leest u in wanneer er recht is op het nabestaandenpensioen als de partner overlijdt en welke misverstanden vaak over het nabestaandenpensioen ontstaan.
U wilt graag zeker weten dat uw partner na uw overlijden zich geen zorgen hoeft te maken over geldzaken. Is er bijvoorbeeld recht op een uitkering vanuit uw pensioen?
Naast het ouderdomspensioen is er vaak via de werkgever ook nog een ander pensioen verzekerd: het nabestaanden- of partnerpensioen. Een nabestaandenpensioen is een uitkering die iemand krijgt als zijn of haar partner overlijdt.
Bij een huwelijk of geregistreerd partnerschap is Het nabestaandenpensioen vaak veiliggesteld, in ieder geval zolang de deelnemer in loondienst is. Helaas komt het vaak voor dat er geen nabestaandenpensioen is na het overlijden van een partner. Dit komt doordat veel pensioenverzekeraars en pensioenfondsen alleen een nabestaandenpensioen voor ongehuwden verzekeren als er sprake is van een gezamenlijke huishouding. Dit staat meestal omschreven in het pensioenreglement.
Let op dat vaak voorin het reglement de begrippen deelnemer, nabestaande en gezamenlijke huishouding worden uitgelegd. Twijfelt u of u alles wel goed geregeld heeft, neem dan contact op met uw pensioenfonds om het na te vragen.
Als na overlijden van de deelnemer blijkt dat hij of zij vergeten is de partner aan te melden en een kopie van de samenlevingsovereenkomst op te sturen, dan bestaat soms de mogelijkheid die fout te herstellen. De partner stuurt dan de overeenkomst alsnog in.
Blijkt na overlijden dat u geen notariële samenlevingsovereenkomst heeft, dan zijn er fondsen die na een beroep op de zogenaamde hardheidsclausule u alsnog een partnerpensioen toekennen.
Veel pensioenregelingen kennen tegenwoordig een nabestaandenpensioen op risicobasis. Dat betekent dat er niet meer voor het nabestaandenpensioen wordt gespaard. Alleen als de deelnemer tijdens zijn dienstverband overlijdt, is een nabestaandenpensioen verzekerd. Overlijdt de deelnemer na het dienstverband, tijdens een periode waarin hij bijvoorbeeld een WW-uitkering krijgt, dan is er geen nabestaandenpensioen meer verzekerd. Het is goed om u daar bewust van te zijn en na te gaan of u mogelijk een aanvullende verzekering nodig heeft voor de financiële situatie voor uw nabestaanden.
Vaak wordt er in dit geval na uitdiensttreden wel een aanbod voor een zogeheten ‘uitruil’ gedaan vanuit de pensioenverzekeraar of het pensioenfonds. Dat betekent dat u wat minder ouderdomspensioen overhoudt, maar dat bij overlijden na uw dienstverband uw partner toch een uitkering krijgt. Niet iedereen begrijpt echter goed wat de gevolgen zijn van het wel of niet uitruilen van een deel ouderdomspensioen voor nabestaandenpensioen. De pensioenuitvoerder kan hier meer over uitleggen.
‘We hebben samen een woning gekocht, dan is het toch duidelijk?’
Veel mensen denken dat wanneer zij samen een woning kochten dat voldoende is om een nabestaandenpensioen veilig te stellen. Dat is niet het geval. U moet echt voldoen aan de eisen uit het reglement. Alleen het aantonen dat u samenwoonde met de inschrijving in de Gemeentelijke basisadministratie en de koopakte van de woning is meestal onvoldoende.
Als u al langer een relatie had en daarna trouwde, dan kunt u toch met een vervelende situatie worden geconfronteerd. Wanneer u namelijk voor het huwelijk geen notariële samenlevingsovereenkomst had en de deelnemer overlijdt binnen 1 jaar na het aangaan van het huwelijk, dan heeft u vaak nog geen recht op een nabestaandenpensioen. De pensioenfondsen willen daarmee voorkomen dat mensen bijvoorbeeld trouwen als zij ernstig ziek zijn om op die manier voor iemand een nabestaandenpensioen te regelen, die geen echte partner is geweest.
Er zijn meerdere redenen waarom een uitkering van een nabestaandenpensioen lager kan uitvallen dan u verwacht. Dit kan komen door de volgende situaties:
Deze voorbeelden zijn niet uitputtend. Ze zijn wel bedoeld om u te helpen, zodat u een en ander goed kan regelen voordat het te laat is.