Financieel misbruik van ouderen stijgt

28-03-2023 - In onze praktijk zien onze erfrechtjuristen al langer een stijging als het gaat om financieel misbruik van ouderen. Soms is duidelijk sprake van misbruik van een volmacht of een bankpas. In veel gevallen ligt het wat genuanceerder, bijvoorbeeld als een kind de pinpas van 1 van de ouders meekrijgt, de ouder nog volledig wilsbekwaam is en de ouder (mondeling) aangeeft het prima te vinden dat er van de pas gebruik wordt gemaakt.

Het beheren van de eigen bankrekening is de afgelopen jaren lastiger geworden voor mensen die ook steeds ouder worden, onder meer door internetbankieren en het sluiten van bankkantoren. Daardoor moeten ouderen soms hulp inroepen van een familielid, zorgverlener of buur. Vaak komt financieel misbruik van ouderen pas na het overlijden uit. Er blijken dan opnames of uitgaves te zijn gedaan die vragen oproepen bij de erfgenamen. Bij leven hebben kinderen geen recht op inzage in de bankafschriften van hun ouders. Dat recht ontstaat pas na overlijden. En dat recht wordt ook nog beperkt door de bewaarplicht van de bank, namelijk 7 jaar. Bankafschriften van voor die tijd kun je dus niet meer inzien als erfgenaam.

Aanwijzingen van financieel misbruik bij leven

Bijvoorbeeld als een ouder na overlijden van de echtgenoot of echtgenote een nieuwe (jongere) partner krijgt, die probeert de ouder zo veel mogelijk te isoleren of uit te sluiten van de kinderen. De echt schrijnende gevallen komen wij vooral tegen bij alleenstaande ouderen. Bijvoorbeeld als de zoon of dochter emotionele chantage uitoefent door te zeggen ‘als ik je bankpas niet mag gebruiken, kom ik niet meer langs of mag je de kleinkinderen niet meer zien’.

Valt er nog geld terug te halen door slachtoffers van financieel misbruik?

Kan het financieel misbruik worden aangetoond en heeft de schuldige het geld nog? Dan zijn er mogelijkheden om het geld te verhalen op de persoon die het financieel misbruik heeft gepleegd. En als er nog geld zit in de nalatenschap kan dit mogelijk nog worden verrekend met een erfdeel.

Tips bij vermoeden van financieel misbruik

Bij leven
Bij een vermoeden van financieel misbruik adviseren wij vaak om het bewind aan te vragen. Als de rechter oordeelt dat de persoon in kwestie niet meer in staat om zijn of haar persoonlijke financiële belangen goed te behartigen dan kan er een bewindvoerder worden benoemd. Dat kan dan zelfs degene zijn waarvan vermoed wordt dat deze misbruik heeft gemaakt. In geval van een bewind ontstaat de plicht om jaarlijks rekening en verantwoording bij de rechtbank af te leggen en daarmee is de gelegenheid tot financieel misbruik flink verminderd. Het bewind aanvragen kan wel wat moeilijker liggen als er een levenstestament is. Daar kan een rechter alleen in uitzonderlijke gevallen aan voorbijgaan.

Na overlijden
Als de persoon is kwestie is overleden en de erfgenamen vermoeden financieel misbruik dan kunnen zij aangifte doen. Misbruik van een volmacht of bankpas, terwijl de ouder niet meer volledig wilsbekwaam was, kan verduistering betekenen. De politie is verplicht om de aangifte op te nemen, maar verduistering binnen familierelaties is een zogeheten ‘relatief klachtdelict’. Hiervan moet binnen 3 maanden na kennisname van deze strafbare feiten aangifte worden gedaan. Gebeurt dat te laat, dan is de verdachte niet meer te vervolgen.

Om de wilsbekwaamheid van een ouder aan te tonen is belangrijk om het medisch dossier over de geestelijke gesteldheid van de ouder in bezit te krijgen. De mogelijkheden voor nabestaanden zijn hiervoor in de afgelopen jaren verruimd. De behandelend arts kan zich hierdoor niet meer in alle gevallen beroepen op een geheimhoudingsplicht. Het recht op inzage geldt in dit soort gevallen alleen voor die medische gegevens die betrekking hebben op de geestelijke gesteldheid van de ouder en dus niet voor alle gegevens in het medisch dossier.

Probeer zo veel mogelijk feiten en omstandigheden te verzamelen die kunnen duiden op misbruik van omstandigheden. Als de ontvanger van het geld zich beroept op schenking, en de andere betrokkenen kunnen feiten en omstandigheden aanvoeren die mogelijk duiden op een misbruik van omstandigheden, dan draait de wet de bewijslast om. De ontvanger van het geld moet dan aantonen dat er dan geen sprake is van een misbruik van omstandigheden.