In een huurovereenkomst staan alle afspraken tussen huurder en verhuurder. Of het nu gaat om een woning of bedrijfsruimte. Het is belangrijk dat de afspraken duidelijk en volledig zijn. In dit artikel lees je wat er in een huurovereenkomst moet staan, welke soorten er zijn en hoe het zit met opzeggen of verlengen.
Een huurovereenkomst is een afspraak tussen een huurder en een verhuurder. De huurder mag iets gebruiken (vaak een woning of bedrijfsruimte) in ruil voor betaling van huur. Meestal is dit een geldbedrag maar kan ook in de vorm van een tegenprestatie.
Een huurovereenkomst wordt vaak opgesteld aan de hand van een model of voorbeeld, zoals een huurovereenkomst woonruimte voorbeeld. Toch is elk contract anders, afhankelijk van wat verhuurder en huurder samen afspreken.
Sinds 1 juli 2024 gelden nieuwe regels voor vaste huurcontracten van woonruimten. Tijdelijke huurcontracten zijn vanaf dan niet meer toegestaan, behalve in enkele uitzonderingen. In de meeste gevallen sluit je dus een huurcontract voor onbepaalde tijd.
De algemene bepalingen van een huurovereenkomst woonruimte bevatten vaak standaardregels over onderhoud, betaling, gebruik van de woning en opzegging. Denk aan afspraken over:
Ook worden vaak regels opgenomen over huisdieren, onderverhuur of aanpassingen aan de woning. Controleer of de afspraken redelijk zijn en aansluiten bij wat je mondeling met de verhuurder afsprak.
Een huurovereenkomst voor een bedrijfsruimte verschilt van een woonruimtecontract. Bij bedrijfsruimte gelden andere wettelijke regels, vooral over opzegtermijnen en huurprijsbescherming. Een huurcontract voor een winkel of horecazaak duurt meestal 5 jaar. Daarna wordt het automatisch met 5 jaar verlengd. Bij kantoorruimte zijn partijen vrijer om zelf afspraken te maken.
Let er goed op dat in de overeenkomst staat wat precies wordt gehuurd. Bijvoorbeeld alleen het pand of ook de inventaris. Zo voorkom je discussies achteraf.
Je mag een huurovereenkomst opzeggen, maar wel volgens de regels. Bij een huurcontract van een woonruimte voor onbepaalde tijd geldt meestal een opzegtermijn van 1 maand voor de huurder. De verhuurder mag alleen opzeggen in specifieke situaties, bijvoorbeeld als de huurder zich niet aan de afspraken houdt of als de woning dringend nodig is voor eigen gebruik.
Opzeggen doe je altijd schriftelijk. Het is verstandig om het aangetekend te doen zodat de ontvangst van de opzegging kan worden aangetoond. Zet in een opzegging duidelijk de datum waarop de huur eindigt en bewaar een kopie van de brief of e-mail. Zo voorkom je misverstanden. Als een verhuurder opzegt moet deze óók de reden van de opzegging opschrijven.
Tot juli 2024 was het normaal om een huurovereenkomst voor bepaalde tijd af te sluiten. Bijvoorbeeld voor 1 of 2 jaar. Dat mocht zolang de verhuurder op tijd liet weten dat het contract niet werd verlengd.
Sinds de wetswijziging geldt de vaste huur als uitgangspunt. Alleen in uitzonderlijke gevallen, zoals tijdelijke verhuur door verblijf in het buitenland of een proefwonenregeling, mag nog een huurcontract voor bepaalde tijd worden afgesloten.